Sprookje Schaijk: Het Moesbos

‘’Kyra, zit. Poot. Apport!’’ Met een grote zwaai gooide Nora de tennisbal zo ver mogelijk weg. Met een sprint zoefde Kyra achter de gele bal aan. Een sierlijk sprongetje zorgde ervoor dat Kyra de bal gemakkelijk op kon vangen. ‘’Goed zo Kyra!’’, zei Nora toen haar hond de bal terug kwam brengen en ze haar een aai over haar bol gaf.

Kyra blafte goedkeurend. Ze genoot van het spelen in de bossen met haar baasjes. ‘’Gaan we zo? Het lijkt er op dat het zo gaat regenen.’’ Max, Nora’s broer, tuurde naar de grijze lucht. ‘’Ik heb geen zin om nat te worden.’’ Max maakte aanstalten om te vertrekken, maar Kyra had andere plannen. Ze sprong tegen hem op en begon liefkozend zijn gezicht te likken. ‘’Hè!’’, schreeuwde Max. ‘’Nu ben je toch nog nat geworden en het regent niet eens!’’, gniffelde Nora. Kyra landde weer op haar vier pootjes en draaide haar hoofd een beetje schuin. Haar oren waren gespitst en waar haar staart eerst nog kwispelde, deed deze dit nu niet meer. Ze was gefocust, maar waarom wisten de twee baasjes niet.

‘’Kyra, wat is er?’’, vroeg Nora zachtjes. De hond gaf geen kik. Ze bleef stug de bossen in staren. Plotseling zoefde ze de bossen in, luid blaffend. Alsof ze iets achtervolgde.

Nora en Max holden snel achter Kyra aan, maar die laatste was veel sneller. ‘’Wat bezielt die hond toch? Waarom rent ze zomaar weg?’’, vroeg Max hijgend aan zijn zus. Onder hun voeten kraakten de takjes en bladeren. ‘’Ik heb geen idee, het lijkt wel of ze iets gezien heeft!’’, antwoordde zijn zus. Ze renden steeds dieper het bos in en de bomen stonden steeds dichter op elkaar.

Niet heel veel later bereikte Kyra een grote open plek in het bos. Kort daarna volgden ook Nora en Max. Het tweetal keek zwijgend in het rond, terwijl Kyra rondjes liep en overal aan snuffelde. Op verschillende plekjes, stonden kleine huisjes. Sommige vierkant met een heus dak, anderen leken op paddenstoelen. ‘’Door die deurtjes lijken het wel allemaal kleine huisjes’’, zei Max tegen zijn zusje toen hij gehurkt naar een van de vele bouwwerkjes keek. Plots ging het deurtje open en kwam er een kleine gestalte uit gelopen. Max en het kleine mannetje schrokken zich een ongeluk.

‘’Wiemoes zijn julliemoes? En watmoes doenmoes jullie hiermoes?’’, vroeg het kleine mannetje paniekerig aan Max en Nora. ‘’Wat praat hij raar! Het lijkt net alsof hij achter ieder woord het woordje moes plakt’’, zei Max tegen Nora. Nora schraapte haar keel en begon ook met praten: ‘’Wijmoes zijn Noramoes en Maxmoes. Wiemoes ben jijmoes?’’ Kyra blafte. ‘’Sorrymoes, en datmoes is Kyramoes.’’

Het mannetje zag er nog steeds geschrokken uit, maar leek de twee kinderen langzaam te vertrouwen. Vooral omdat hij Nora de Moestaal hoorde praten. Het kleine mannetje begon weer met praten: ‘’Wijmoes zijn hetmoes volk vanmoes moesmoes. Wij wonenmoes al heel langmoes inmoes dit bosmoes. Wij beschermenmoes een oude schatmoes vanmoes gouden muntenmoes. Daarom heetmoes het ook hetmoes moesbosmoes. Wij levenmoes hiermoes heel gelukkig. Willenmoes julliemoes ons plekje nietmoes aan anderen doorvertellenmoes?‘’

De twee kinderen knikten en na een kleine rondleiding namen ze afscheid. ‘’Tot nu wetenmoes alleenmoes jullie vanmoes ons bestaanmoes. Als julliemoes willenmoes, mogenmoes jullie nog welmoes een keermoes terugkomenmoes?’’ ‘’Bedankt voormoes demoes uitnodiging. Kyraoess vindt hetmoes hier heelmoes fijn, dusmoes wij komenmoes graagmoes nogmoes eensmoes terug.’’ Nora en Max namen afscheid van het moesmannetje en beloofden de plek geheim te houden.

‘’Zijn jullie weer thuis?’’, vroeg hun moeder toen ze via de achterdeur de keuken binnenstapten. ‘’Ja! Het was heel leuk, toch Kyra?’’ Kyra blafte luid. ‘’Wat gaan wij eten?’’, vroeg Max nieuwsgierig terwijl hij zijn jas aan de kapstok hing. ‘’Kip, frietjes en appelmoes’’, zei zijn moeder. Max en Nora keken elkaar aan en moesten heel hard lachen. ‘’Wat is daar zo grappig aan?’’, vroeg de moeder van Max en Nora aan hen. ‘’Niks hoor mam, zal ik helpen met tafeldekken?’’

Wil jijmoes ookmoes naar hetmoes moesbosmoes? Datmoes kanmoes! Kom langsmoes inmoes Schaijkmoes!