Sprookje Odiliapeel: Het Betoverde Hout

‘’Is er iemand thuis?’’, vroeg een luide mannenstem. De houtbewerker keek op vanuit zijn werkplaats en legde zijn gereedschap op de grond. Het kletteren van het ijzer vulde de kamer. ‘’Jazeker, wat kan ik voor je betekenen?’’, vroeg hij aan de man in de deuropening terwijl hij met de palm van zijn hand het zweet van zijn voorhoofd veegde.

‘’Ik ben een gezant van de koningin. Mag ik even binnenkomen?’’, vroeg de man aan de houtbewerker. Voordat hij antwoord kreeg, was hij de drempel al over. ‘’Uh, ja hoor. Waarmee kan ik je van dienst zijn?’’ Antwoord kreeg hij niet, want de gezant keek zijn ogen uit. Overal prachtige beeldjes, groot en klein. ‘’Sorry, wat vroeg je?’’, vroeg de gezant van de koning na enkele tellen. De houtbewerker moest zachtjes lachen en herhaalde zijn vraag. ‘’Oh, juist’’, mompelde de gezant. Uit de zak van zijn jasje haalde hij een grote rol perkament tevoorschijn. Hij schraapte zijn keel, rolde de rol uit en las luid voor: ‘’Het is de koningin ter ore gekomen dat u, de houtbewerker, uitmuntende houtsculpturen maakt. De koningin verzoekt u diverse werken aan te leveren voor haar persoonlijke collectie. Was getekend, de koningin.’’

‘’Dus, wat denk je ervan?’’, vroeg de gezant aan de houtbewerker terwijl hij de rol weer in zijn binnenzak stak. ‘’Jeetje, wat een eer! Werken in opdracht voor de koningin? Ik ga meteen aan de slag!’’ Vlak nadat de gezant weer weg was, holde de houtbewerker naar zijn goede vriend, de boswachter, toe. Samen doken de twee het bos in, op zoek naar bomen die gekapt konden worden om omgetoverd te worden tot fraaie houten beelden.

‘’Wat vind je van deze boom?’’ ‘’Te dik!’’ ‘’En deze?’’ Te dun!’’ Langzaam trokken de twee vrienden verder het bos in. Tot ze uiteindelijk een perfect groepje bomen tegenkwamen. ‘’Deze gaan het worden, ik begin meteen!’’, zei de houtbewerker met een lach van oor tot oor.

En zogezegd, zo gedaan. De bomen werden omgezaagd, meegenomen en de houtbewerker ging aan de slag. Dagen en nachten werkte hij aan zijn houtsculpturen. Af en toe hield hij een kleine pauze om te slapen, maar de beelden waren het enige waar hij aan dacht. Ze moesten perfect zijn. Ze waren tenslotte voor de koningin!

Na weken zwoegen waren ze dan eindelijk af. Niet veel later stond de gezant, dit keer met wat andere medewerkers van de koningin en paard en wagen, voor zijn deur om de beelden mee te nemen naar de paleistuin van de koningin.

‘’De koningin zal heel blij zijn met deze beelden’’, zei de gezant tegen de houtbewerker terwijl zijn collega’s de beelden in de koets plaatsten. De gezant duwde een mooi bundeltje goudstukken in de handen van de houtbewerker en stapte vervolgens in de koets. De houtbewerker keek hen na, tot ze niet meer zichtbaar waren.

‘’Oh, wat zijn die beelden enig!’’ De koningin was door het dolle heen bij het zien van de gemaakte beelden. ‘’Butlers!’’ Ze klapte twee keer in haar handen en dat was het teken voor een zestal butlers om op te komen draven. ‘’Ik wil graag dat jullie de beelden van de koets halen en in de kasteeltuin zetten. Kunnen jullie dat voor mij doen?’’ Zwijgend knikten de butlers en gingen aan de slag. Niet veel later stonden alle beelden mooi op hun plek. ‘’Prachtig. Nu kan ik de beelden precies door mijn kamerraam zien. Enig. Bedankt heren, jullie kunnen weer gaan.’’ Opnieuw gaven de butlers een klein knikje voordat ze weer uit het zicht verdwenen.

Die nacht sliep de houtbewerker als een roosje. Al het harde werk had hem vreselijk uitgeput. Maar een zacht tikkend geluid op de voordeur van zijn hut haalde hem toch uit zijn slaap. Wrijvend in zijn ogen strompelde hij naar voren om te kijken wie dat kon zijn. Normaal kreeg hij nooit zo laat nog bezoek.

‘’Wie is daar?’’, vroeg hij zachtjes. Hij keek om zich heen, maar zag niemand. Met zijn lantaarn in de hand probeerde hij zijn omgeving iets meer te verlichten, maar dat lukte niet zo goed. ‘’Zeker een grappenmaker. Wie vindt het nu leuk om op dit tijdstip op deuren te kloppen. Ik ga weer naar bed’’, mompelde de houtbewerker in zichzelf.

Niet veel later, datzelfde getik. Licht vloekend liep de houtbewerker naar de deur toe en zwaaide deze open. Weer niemand, alleen wat houten beelden. Houten beelden? Van schrik deinsde de houtbewerker een stukje naar achter. Het beeld van de uil draaide zijn hoofd. ‘’Sorry, we wilde je niet laten schrikken!’’, sprak het beeld van de uil tegen de houtbewerker, ‘’We kwamen enkel hier heen om je te bedanken.’’

‘’Maar hoe kunnen jullie ineens praten?’’ ‘’Ik snap dat je in de war bent. Dat komt door de passie en de liefde die jij in je werk hebt gestoken. Vroeger heeft een goede fee dit bos betoverd. Hout dat met liefde wordt behandeld, kan tot leven worden gewekt. Maar het hout werd nagenoeg alleen maar gebruikt om vuur mee te maken. Jij gebruikt het voor hele mooie andere producten. Daar willen wij je voor bedanken.‘’ Met open mond keek de houtbewerker naar zijn werken, die allemaal tot leven waren gewekt.

‘’Wij gaan snel weer terug naar de paleistuin. De koningin vindt het vast jammer als ze wakker wordt en wij er niet meer staan. Toch, vrienden?’’, zei de houten uil tegen de rest van de beelden. De rest van de beelden stemden daar mee in. ‘’Tot snel’’, zei de uil tegen de houtbewerker toen de zon langzaam op kwam. ‘’Af en toe gaan wij nog wel in ons oude bos staan. Het is toch de plek waar wij vandaan komen. Maar alleen als de koningin niet thuis is. Ik hoop dat je dat niet erg vindt. Maar wij moeten wel stil blijven staan. Anders geven wij ons geheim prijs.’’

De houtbewerker knikte. ‘’Dat begrijp ik. Jullie zijn hier altijd welkom.’’ Hij zwaaide de beelden uit en kroop lekker zijn bedje weer in.

Ben jij benieuwd geworden naar de betoverde houten beelden van de houtbewerker? Kom ze dan bezoeken in het ontginningsbos in Odiliapeel!